Je hebt besloten een hond aan te schaffen. Dat kan een kruising zijn of een rashond; beide keuzes hebben voor- en nadelen. Het belangrijkste bij de keuze van een hond is dat hij/ zij bij jou, bij je gezin moet passen. Niet alleen qua uiterlijk, maar vooral wat betreft karakter. En hier maken veel mensen een fout. Vaak verdiept men zich te weinig in ‘de aard van het beestje’.

Er zijn heel veel verschillende rassen. De oorsprong van veel rassen hangt samen met het werk dat honden voor ons moesten verrichten. Jachthonden werden gebruikt om het wild op te sporen en bij de baas te brengen, herdershonden hielpen mee om de kudde van de ene naar de andere plaats te brengen, waak- en verdedigingshonden hadden als taak de boerderij en het erf te bewaken. Je snapt dat een hond voor zijn werk een passend karakter moet hebben. Al worden de honden van tegenwoordig niet meer allemaal voor hun oorspronkelijke taak gebruikt, de karaktereigenschappen om dit werk te doen hebben ze nog wel.

Wij kunnen je helpen een hond uit te zoeken die bij jou en/of je gezin past. Niet alleen de raskeuze is van belang, ook de keuze van een goede fokker. Over wat ‘goed’ is kunnen we bladzijden vol schrijven. De manier waarop een pup de eerste acht weken van z’n leven opgroeit zijn bepalend voor z’n verdere leven. Alles begint voor een fokker bij de keuze van de ouderdieren. Een goede fokker laat bij de ouderdieren gezondheidsonderzoeken doen en test ze op mogelijke erfelijke ziektes. Het voordeel van een hond met een stamboom is dat deze onderzoeken ook bij de voorouders bekend zijn. Daarnaast heeft een goede fokker oog voor een goede socialisatie van z’n pups. Dat betekent dat de pups in huis opgroeien. Ze maken met zo veel mogelijk verschillende mensen kennis. Ook dienen er mogelijkheden voor de pups te zijn om de omgeving te ontdekken en onderzoeken, zowel binnen als buiten. Als pups in deze periode uitsluitend in de kennel verblijven zullen ze angstig blijven in vreemde omgevingen.

De moederhond is voor pups zeer belangrijk. In de eerste paar weken is zij vooral degene die de pups verzorgt. Wanneer de pups gaan rondlopen is het vooral de moederhond die bepaalt wat wel en niet is toegestaan. Pups die vanaf 4 à 5 weken zonder moeder worden grootgebracht missen dit leermoment en zijn later moeilijker te trainen. De aanwezigheid van broertjes en zusjes is o.a. noodzakelijk om te leren met elkaar te spelen. Door het spelen leert een hond z’n agressie te onderdrukken. Agressie en angst kunnen ook ontstaan als een pup te vroeg (jonger dan 7 weken) het nest verlaat.

Het uitzoeken van een fokker is dus een secuur werkje, waarbij je niet zomaar over één nacht ijs gaat. Voor het uitzoeken van een fokker en een pup heb je tijd nodig. Andersom zal een goede fokker je niet, na een terloops telefoontje, zo maar een pup verkopen. Ook hij/ zij wil weten of de pup goed terecht komt.